Monument 16 april 1945

Op 16 april 1945 werd een vergissingsbombardement uitgevoerd op en rond de Duinwijckweg in Bloemendaal waarbij negen mensen omkwamen.
Ter nagedachtenis aan deze slachtoffers is precies 80 jaar later op 16 april 2025 een monument onthuld in het Simon de Heerplantsoen. Het monument bestaat uit een bronzen plastiek op een hardstenen sokkel bij een appelboom. Het ontwerp is van Liz van Baak:
‘Ik heb getracht om het ‘zware’ gegeven van oorlogsmonument te verlichten en het een breder spectrum mee te geven. Ik hoop intens dat vele mensen in het aanschouwen van dit bescheiden monumentje ook een beetje hoop en troost zullen vinden; immers ieder van ons heeft wel eens een groot verlies van een dierbare geleden en ik hoop dat dit vredige plantsoentje een plekje voor reflectie en troost dan wel bezinning zal zijn’.
We zien een figuurtje geplaatst in een vredige omgeving met wuivend gras waarin omhoog-reikende bloemen maar ook naar haar reikende handjes waar zij zich naar wendt… De appelboom werd in vroeger dagen naast een huis geplant ter bescherming maar symboliseert ook liefde, vertrouwen en dankbaarheid. De tekstregel op het monument:
Omdat degenen die wij los moesten laten, ons nog steeds vasthouden
Dit is te vertalen in: onze overleden dierbaren blijven nog steeds in ons gedachten en voor sommigen onder ons leven zij nog voort in ons doen en denken van nu… Maar het is ook een figuurtje in balans, in balans met haar omgeving en in haar zijn. In de natuur kan men zijn balans terugvinden. Dit is een gegeven dat in deze roerige tijden voor sommigen onder ons behoorlijk is zoekgeraakt.
Wat gebeurde er op 16 april 1945?
Op 16 april 1945 om half drie ’s middags vlogen Spitfire gevechtsvliegtuigen van de Royal Airforce over Bloemendaal voor een vermoedelijke verkenningsvlucht over het gebied rond de Hoge Duin en Daalseweg en Caprera.
Tegen 17.30 uur keerden de Spitfires terug, bestuurd door Franse piloten. Het geluid van de ronkende motoren hoorde men in de hele omgeving. Toen vielen er bommen. Op de verkeerde plek. De hele Duinwijckweg werd gebombardeerd.
Een opsomming van de gevolgen:
Nummer 1: familie H. van de Bunt – het huis werd zwaar beschadigd. Ter plekke werd de 25-jarige Jan Warmelink dodelijk getroffen door bomscherven. Zelf woonde hij op de Duinwijckweg 9.
Nummer 3: de heer P. Tideman jr. – het huis werd werd zwaar beschadigd.
Nummer 5: de heer J.C. Mol. De dienstdoende 25-jarige Jantje Peel werd zwaar gewond afgevoerd.
Nummer 7: het huis werd zwaar beschadigd.
Nummer 9: het huis werd licht beschadigd. Bewoonster was mevrouw Warmelink.
Nummer 8: het huis werd totaal vernield. Bewoners waren W. Roest en A. Reuter. De 62-jarige mevrouw Johanna Pruis-Rook kwam om het leven.
Nummer 10: familie W.C. Salm. In dit huis vonden de negenjarige Liesje Salm en de zesjarige Brammetje Salm de dood. Ook de zevenjarige Mary van de Bunt (van nummer 1) die hier speelde, kwam om het leven.
Nummer 12: dhr. Simon de Heer: het huis raakte zwaar beschadigd. De dochter van Simon; Corry Meijer-de Heer, op dat moment zwanger, raakte zwaar gewond. Zij en haar baby overleden kort daarna in het ziekenhuis.
Nummer 14: familie Boeké – het huis raakte licht beschadigd.
In het bos achter de Duinwijckweg werden ook mensen getroffen. Enkele Haarlemmers raakten zwaar gewond. De 35-jarige Hendrik Weijers uit Haarlem kwam hierbij om het leven. Bij de Krullenlaan raakte de 34-jarige Bernardus van der Krift uit Haarlem zwaar gewond. Met spoed werd hij naar het Johannes de Deo ziekenhuis in Haarlem gebracht. De volgende dag overleed hij daar.
De 9 slachtoffers:
Corry Meijer – de Heer en haar ongeboren kind
Mary van de Bunt
Liesje Salm
Brammetje Salm
Jan Warmelink
Johanna Pruis – Rook
Hendrik Weijers
Bernardus van der Krift
www.simondeheer.nl
www.oorlogshistoriebloemendaal.nl
Speech Lisa van de Bunt bij onthulling monument 16 april 1945
Vooraf wil ik zeggen: op wereldschaal is wat ik beschrijf heel klein leed. In Oekraïne en Gaza worden mensen dagelijks bestookt en uit huis en haard verdreven. Het bombardement op de Duinwijckweg hoe erg ook, was eenmalig. Maar dit noodlot houdt ons wel een spiegel voor. Na 80 jaar heeft het nog steeds sporen nagelaten in veel getroffen gezinnen. Juist in deze tijd van oorlog en haat, moeten we hierbij stil staan. Besef wat oorlog met kinderen en volwassenen doet.
Het weggetje
Laat ik beginnen met wat voor weggetje dit was, de Duinwijckweg. Ontstaan in het midden van de jaren twintig van de vorige eeuw door uitgifte van kavels die werden gekocht door mijn grootvader fotograaf en uitgever Adriaan Boer, Cees Mol, filmer en oprichter van Polygoon Profilti en kunstschilder Simon de Heer. Aan de oneven kant een paar villa’tjes ontworpen door de Gooise architect Jan Rebel in Engels romantische stijl, twee ervan met rieten kap. Op een derde huis van Rebel kom ik straks terug in ander verband. De even kant minder karakteristieke stevige voor die tijd ruime vooroorlogse huizen. Typisch voor Bloemendaal ook toen al werd door de gegoede burgerij geprotesteerd tegen bebouwing van dit stukje ongerepte natuur.
Het straatje was rustig gedurende bijna alle oorlogsjaren. Kinderen zoals mijn broer en zusje met mij op sleeptouw speelden vooral buiten.
Vondeling*
Maar in oktober 1942 bereikte het deportatiegeweld tegen de joden ons huis. Er werd een vondeling bij de voordeur gelegd. Dat het om een joodse baby ging was niet duidelijk hij was niet besneden. Elders heb ik beschreven hoe het verder is gegaan met de vondeling die mijn vader Remi van Duinwijck had genoemd. Intussen hadden de buren kleding, schoentjes en een matrasje gebracht om de baby te verwelkomen. In die tijd was het verplicht een vondeling aan te geven bij de politie. Mijn vader heeft gebeld met de agent van dienst, die er iets te grondig werk van heeft gemaakt. De Duitsers werden gealarmeerd en verplichtten mijn ouders naar het betreffende Duitse bureau in Amsterdam te komen ter identificatie. Daar aangekomen werd hen te verstaan gegeven dat ze het kind niet mochten houden, volgens hen was het joods. Wat er met hem gebeurd is is pas na de oorlog duidelijk geworden na ongebruikelijk lange tijd in de kindercrèche tegenover de Hollandse schouwburg te hebben verbleven is hij uiteindelijk toch afgevoerd naar Sobibor en daar om het leven gebracht.
Mijn eerste (vroegste) oorlogsherinnering
Mijn eerste oorlogsherinnering is tijdens het avondeten wordt hard op het raam getikt. Schrik slaat de familie om het hart. Moeten we opendoen? Mijn vader doet open en het blijkt een Duitse soldaat die verdwaald is. Geen wonder bij de chaotische structuur van de Bloemendaalse wegen en weggetjes en het aardedonker waartoe wij, maar ook deze soldaat door strikte verduistering toe gedwongen waren. Hebben we iets verkeerds gedaan, worden we opgepakt? Niets van dat al, na uitleg van mijn vader in zijn beste Duits verdween de soldaat weer in het duister.
Vergissingsbombardement
Naast de verdwaalde Duitse soldaat heb ik de meest scherpe herinnering aan het vergissingsbombardement nu op de kop af 80 jaar geleden.
Tegen het einde van de oorlog kwam het grote verdriet: 16 april 1945 werd ons weggetje gebombardeerd door de geallieerden. 16 april 1945 om half drie ’s middags vlogen Engelse jachtbommenwerpers over Bloemendaal voor een vermoedelijke verkenningsvlucht over het gebied rond de Hoge Duin en Daalseweg en Caprera. Daar zetelde de Duitse Generale Marine Staf en de aldaar gestationeerde Duitsers bezaten tevens een heel wagenpark, dat ter hoogte van het openluchttheater verdekt was opgesteld.
Tegen 17.30 uur keerden de jachtbommenwerpers terug. Het geluid van de specifieke Engels ronkende motoren hoorde men van verre over de Bloemendaalse omgeving. Toen vielen de bommen. Genadeloos, op de verkeerde plek. De gehele Duinwijckweg werd gebombardeerd
Wat ging er militair mis?
Franse vliegers die deel uitmaakten van een speciaal Frans squadron binnen de RAF stegen in Spitfires op van vliegveld Gilze-Rijen, dat al in 1944 bevrijd gebied was. Ze waren uit op het vernietigen van oorlogsmateriaal van de Duitse Marine, die rond die tijd verplaatst was uit Utrecht en nu gelegerd was op deze locatie. Echter, de Duitsers hadden dit oorlogsmateriaal al weggehaald voor de Spitfires overvlogen. De Franse vliegers moeten de villa’s op de Duinwijckweg vanuit de lucht aangezien hebben voor gecamoufleerde vrachtwagens. Foto’s van de verkenningsvlucht hebben Dickje, kleindochter van de bekende Bloemendaalse kunstschilder Simon de Heer en ik ingezien in het Imperial War Museum in Londen. Als je het er in wil zien zouden de huizen op de Duinwijckweg gecamoufleerde legervoertuigen kunnen zijn, maar dat waren ze niet.
Luchtfoto anno 1995
Onlangs zag ik op een tentoonstelling over de natuur in ons dorp een luchtfoto van hetzelfde weggetje anno 1995. De huizen liggen zo verscholen in het bos, dat je vanuit de lucht inderdaad zou kunnen denken, dat het gecamoufleerde tanks zijn. Dit is ook één van de lezingen over het bombardement destijds. Er zijn nog een aantal andere lezingen over, maar in wezen blijft de toedracht raadselachtig. En dramatisch, vlak voor het einde van de oorlog. Welk strategisch belang was hiermee gediend?
Impact bombardement op ons gezin
Ik hoor de vliegtuigen laag over gieren en direct daarop met donderend geweld bommen inslaan. Ik voel de luchtdruk, die direct alle ramen in ons huis naar binnen blaast en de vitrage aan flarden scheurt. Ik hoor het onheilspellend rammelen van al het hang- en sluitwerk van het huis, als bij een aardbeving. Een geweldige stofwolk zorgt voor een soort zonsverduistering. Mijn bedje met opstaande triplex kanten wordt door rondvliegende scherven getroffen. Ikzelf lig vast in een leren tuigje, tegen het bloot woelen. Een eeuwigheid later word ik bevrijd door het dienstmeisje. Ze neemt me mee naar beneden, waar mijn moeder op de kleine rood-witte tegeltjes ter bescherming op me gaat liggen. Er heerst paniek in huis: mijn zusje is bij de buurkinderen aan de overkant aan het spelen, mijn broer is eten halen in de gaarkeuken op de Donkerelaan. De voorkant van ons huis is weggeslagen. Jan, die achter in het weggetje woont, komt bij de achterdeur een boodschap voor mijn vader brengen, maar wordt dodelijk getroffen door een scherf. Hij wordt naar de logeerkamer gebracht. Na nog weer een paar ‘raids’ wordt het stil en durft mijn vader naar buiten. Hij komt weer terug om te vertellen, dat het huis van de overburen getroffen is. Hij gaat met een paar buren zoeken in het puin. Het duurt een tijd voor ze de kinderen gevonden hebben. Ze blijken helemaal intact te zijn, maar dood. Mijn vader zit op de witte stoel in de keuken, met mijn zusje in een laken gewikkeld op schoot. Ze is nog warm.
Oom Rolf en tante Loekie
De Donkerelaan, een onheilspellende laan. ‘Oom’ Rolf woonde daar. Hij had Tiliauw de Sawah geschreven, één van de spannendste boeken, die ik in mijn jeugd zou lezen. Het was een echte avonturier. In het huis van ‘oom’ Rolf en ‘tante’ Loekie werden wij de eerste dagen na het bombardement liefdevol opgenomen.
Tante Loekie. Die naam doet me gek genoeg denken, waarom weet ik ook niet, aan het schattige Indische huisje, dat één van de vrienden van mijn grootvader naast diens huis heeft laten bouwen, eind van de jaren twintig. Een huisje met een zadeldak van fijne grijze leisteen en geel met groene luiken voor de ramen. Van binnen gezellig, maar donker, zoals alle huizen van architect Rebel in het weggetje. Een grote open ruimte, die tot de eerste verdieping doorloopt. Je zou dat nu een vide noemen. De daar wonende familie, ‘tante’ Rens en haar drie zonen, was muzikaal. Jan speelde heel goed gitaar, zijn broer speelde trompet.
‘Oom’ Victor en ‘tante’ Tine
Tante Loekie ving ons op die avond van het bombardement. Ik werd gewone tijd naar bed gebracht. De grote mensen spraken beneden verder. Ik weet daar niets meer van. Ik ben waarschijnlijk als een blok in slaap gevallen, zoals ik altijd doe als het erg spannend wordt! Korte tijd later verhuisden we naar ‘oom’ Victor en ‘tante’ Tine, schatten van mensen. Net als oom Rolf was hij een avonturier, maar van geheel andere orde. Niet twaalf ambachten dertien ongelukken, maar twaalf ambachten tot de verveling toesloeg: dan weer wat anders. Zijn moeder was negenenveertig, toen ze hem kreeg. Voor eind negentiende, begin twintigste eeuw was dit een ongehoord hoge leeftijd om nog een kind te krijgen, maar zij deed het. Oom Victor vertelde altijd vol smaak dat iedereen schrok hoe lelijk de baby was!
Van hun huis uit is Marytje begraven. Het huis bestaat nog maar de serre waar zij lag opgebaard niet meer. Een koets met paarden ervoor, auto’s reden in die tijd niet meer. Ik mocht niet mee naar de begrafenis, ik was daar te klein voor.
Simon de Heer portret van Marytje
De bekende Bloemendaalse schilder Simon de Heer maakte een tekening van Marytje na haar overlijden aan de hand van een foto. Hij had Marytje kort voor het betreffende bombardement geschilderd dus kon zich haar heel goed herinneren. Zelf was hij zwaar getroffen door het verlies van zijn dochter, die zwanger was van haar tweede kind, bij dezelfde noodlottige gebeurtenis. Gelukkig werd haar eerste king, Dickje, hier aanwezig op een schram na, ongedeerd. Het portret toont Mary in haar favoriete Indianentooi.
Korte tijd daarop verhuisden we naar Woodbury, vlak aan de bosrand gelegen. Dat was een leuke tijd, want daar konden we in de zandbak spelen, waar nog een kapotte speelgoed jeep in stond.
De vraag bleef: waarom?
Mijn moeder Jo van de Bunt-Boer heeft haar beklag gedaan bij het Engelse Ministerie van Oorlog. Ze kreeg een formele brief terug dat het hen speet, maar het was een oorlogssituatie en “waar gehakt wordt vallen spaanders”…
Machteloos
De Belgische psychiater de Wachter antwoordde op de vraag wat we kunnen doen in deze moeilijke tijd waarin we ons machteloos voelen. Zoek verbinding in je straat of wijk, blijf niet in het ik hangen. Dat zagen we in de buren op de Duinwijckweg de buren die kleertjes, schoentjes en een matrasje brachten voor de kleine vondeling, Zie ook Oom Rolf en tante Loekie, Oom Victor en tante Tine en de familie Went die in 1943 een joodse baby in huis opnamen en in 1945 hun huis Woodbury aan ons ter beschikking stelden. Hulde voor deze mensen die zo zeer het goede voor ogen hadden.
Een columniste in dagblad Trouw haalde maandag 14 april 2025 Gandhi, Mandela en Martin Luther King jr aan, die komende uit de diepste ellende mensen weer hoop wisten te geven. Laten we beseffen dat ieder kind het recht heeft om op te groeien in vrede en veiligheid. Liefde boven angst.
*Lisa van de Bunt, van Riessen, Carin en Niessen, Michiel: Lief en Leed in Bloemendaal 1940-1945, uitgeverij Van Wijland 2021, ISBN 978-90-77285-58-9
-
dorpskern:Bloemendaal
-
jaar:2025
-
architect:
-
Type monument: