Bloemendaalseweg 120

Bloemendaalseweg 120

Eind 18de, begin 19de eeuw

Rijks monument

Het oude pand in de Voorbuurt, Bloemendaalseweg 120 is waarschijnlijk gebouwd eind 18de, begin 19de eeuw. Dit pand, met naastgelegen nummer 122, waren beide vele jaren de woonhuizen van de familie Rouwens.  Het was Lambert Rouwens (1730-1820), geboren te Lisse, die in 1764 te Bloemendaal op de plek van nummer 120 en 122 zijn timmerbedrijf stichtte. Verschillende generaties na hem zouden het bedrijf voortzetten. Uit zijn timmercarrière als dorpstimmerman zou blijken dat hij een energiek en veelzijdig man was, die letterlijk en figuurlijk aan de weg timmerde. Zijn zeer uiteenlopende werkzaamheden bestonden uit het maken van doodkisten tot theekoepels aan toe. Verschillende bouwsels die hij vervaardigde zijn nog steeds te bewonderen in bijvoorbeeld de theekoepels van de Rijp (Bloemendaalseweg) en van Wildhoef (Kennemerweg) waarvan hij ook het koetshuis annex paardenstal bouwde. Toen hij omstreeks 1795 van zijn oude dag ging genieten, nam zijn zoon Evert Rouwens (1765-1948) de zaak van hem over.  Lamberts kleinzoon, Nicolaas Rouwens (1797-1853), werd zelfs vanaf 1823 dertig jaar lang burgemeester van Bloemendaal, (zie ook Bloemendaalseweg 122). De grote houten schuur op de hoek van de Dr.Dirk Bakkerlaan was destijds de opslagplaats voor het bedrijf. De materialen die nodig waren voor het timmerbedrijf werden via de Delft en een dwarsvaart aangevoerd naar het haventje van Rouwens.  In het ouderlijk huis aan de Bloemendaalseweg heeft tot in de jaren negentig van de vorige eeuw mevrouw D. Rouwens gewoond.