Zocherlaan Hoofdgebouw
Zocherlaan, Hoofdgebouw
Architect: J. D. Zocher jr.
1848
Rijks monument
Complex Meerenberg
Voormalig hoofdgebouw Provinciaal Ziekenhuis
Het uitgestrekte terrein van het voormalig Provinciaal Ziekenhuis Meer en Berg ligt in de strandvlaktezone aan de noordzijde van Bloemendaal. Aan de westzijde ligt de Brederodelaan, aan de noordzijde de gemeente Velsen. In 1844 wordt het 17de-eeuwse landgoed Meer en Berg verkocht aan de Provincie Noord-Holland. Naar ontwerp van J. D. Zocher jr. (1791-1870) verrijst hier het krankzinnigengesticht Meer en Berg, later Provinciaal Ziekenhuis Meer en Berg genaamd.
Meer en Berg is het eerste gesticht in Nederland dat buiten de stad is gebouwd en markeert in opzet en behandeling van de patiënten een nieuwe fase in de psychiatrische geneeskunst in Nederland.
Het hoofdgebouw van het voormalig Provinciaal Psychiatrisch Ziekenhuis, thans Park Brederode, is in carré gebouwd hoofdgebouw en werd in 1848 voltooid naar het ontwerp van de architect J.D. Zocher jr. Het werd opgetrokken in statige, classicistische stijl, wat een bewuste keuze was. Het pand moest medisch gezag uitstralen en de onrust van de krankzinnigen in toom houden. De kliniek bestond in eerste aanleg uit vier vleugels rondom een vierkante binnenplaats en een lange smalle gang tussen de oost- en westvleugel. Het was gebouwd volgens het zogenaamde carré-corridorprincipe. De smalle corridor scheidde het gebouw in een vrouwen- en mannenzijde. In en rond het middenpaviljoen waren ondermeer magazijnen, woningen voor artsen, een regentenkamer, een apotheek en keukens opgenomen. De vleugels kenden de verdeling in klasse. De oostvleugel was bedoeld voor de eerste en tweede klasse en voorzien van gemeubileerde eetzaaltjes, salons en kleine slaapkamers. De noord- en zuidvleugels waren voornamelijk bestemd voor de derde klasse en kende grote slaapzalen en verblijfszalen. De westvleugel bezat met name werkkamers en winkels, en een aantal isoleercellen. De westvleugel was maar één bouwlaag hoog in tegenstelling tot de overige vleugels die twee bouwlagen hoog waren. Alle vleugels waren voorzien van een brede gang als verkeersruimte. Op strategische plekken in het gebouw bevonden zich toiletgroepen, pompen en badkamers met uiteenlopende badinrichtingen voor straal-, stort-, douche- en dropbaden. Langs de buitengevels bevonden zich veelal langgerekte veranda’s, zodat patiënten bij regenachtig weer toch van de buitenlucht konden genieten.
Drie jaar na de totstandkoming van het gesticht werd het maximaal aantal patiënten in het gesticht overschreden. Hierdoor ging men in 1853 al over tot uitbreiding. Er kwamen aansluitend op het carré van Zocher een grote zuid- en noordvleugel tot stand die qua opzet en uitstraling aansloten op de statige, classicistische stijl van Zocher. Het ontwerp voor de uitbreiding werd geleverd door de architect A. van der Linden, die later gestichtsarchitect van Meerenberg zou worden. De nieuwe vleugels werden loodrecht op de bestaande noord- en zuidvleugel van het carré geplaatst en werden met elkaar verbonden door een smalle gang die over de binnenplaats van het hoofdgebouw liep. Van der Linden had in zijn ontwerp duidelijk naar aansluiting op het corridorprincipe van Zocher gezocht. Op de begane grond kwamen kleine cellen tot stand voor onrustigen, op de eerste verdieping werden grote vertrekken gebouwd voor rustige patiënten. Verder verfijnde men het klassensysteem door twee extra klassen in de voeren: de vierde en vijfde klasse. In de decennia daarna werd het hoofdgebouw meerdere malen uitgebreid naar de ontwerpen van A. van der Linden, met onder meer een katholieke kapel (1856), een theater (1869) en een klokkenstoel op het middenpaviljoen (1887-1888). In 1934 kwamen twee veelhoekige vleugels aan weerszijden van de façade tot stand. De in 1853 aangebouwde noordvleugel werd aan het eind van de twintigste eeuw verwoest door een brand. Thans wordt op een groot gedeelte van het terrein Park Brederode, nieuwe woningen gebouwd.
-
dorpskern:
-
bouwjaar:
-
architect:
-
type monument: